Diabetes en overgewicht zijn gezondheidsproblemen met grote impact

In Nederland hebben ongeveer een miljoen mensen met diabetes mellitus type 2 (DM2). Dit aantal neemt toe met de leeftijd (CBS, 2019). Bij twee op de vijf personen met DM2 komt dit door overgewicht (Martin-Rodriquez et al., 2015). Naast deze miljoen personen met DM2 zijn er ook nog 900.000 ouderen met pre-diabetes (CBS, 2019). 

Door onder andere de vergrijzing en toename van het aantal personen met obesitas zal het aantal personen met DM2 en prediabetes verder toenemen.  Bij ouderen met obesitas en DM2 leidt dit tot ernstige aandoeningen, zoals cardiovasculaire ziekten en nierfalen.

Verlies van spiermassa bij afvallen is ongewenst

Afvallen is het eerste advies voor ouderen met obesitas en DM2. Afvallen gaat echter gepaard met verlies van spiermassa. Bij ouderen is dat ongewenst, omdat het sarcopenie (verlies van spiermassa, -kracht en -functie) en verlies van zelfredzaamheid kan versterken. De hiermee gepaard gaande vermindering in fysieke activiteit heeft weer negatieve gevolgen voor de spiermassa en -functie en voor het ziekteverloop van DM2. Het is bekend dat ondoordacht behandelen van ouderen kan leiden tot verlies van spiermassa, en daarmee verlies van spierconditie en spierkracht (Villareal et al., 2005; Waters et al., 2013)

2Do is een voeding- en beweeginterventie afgestemd op de kwetsbaarheid en belastbaarheid van de oudere cliënt, en de nadruk legt op herstel en behoud van spiermassa en zelfredzaamheid.

Gedragsverandering

Vanuit het IChange-model (De Vries, 2004) zijn er meerdere gedragsdeterminanten die de oorzaak kunnen zijn van dit probleem:

  • Predispositie: gedragsfactoren, psychologische factoren, biologische factoren, sociale en culturele factoren.
  • Informatie: boodschap, kanaal en / of bron.
  • Bewustzijn: kennis, aanleiding tot actie en / of risicoperceptie.
  • Motivatie: attitude, sociale invloed en / of eigen-effectiviteit.
  • Intentie: fase van gedragsverandering
  • Vaardigheden: implementatie plannen en / of fysieke vaardigheden.
  • Barrières en drempels.

Hieronder vind je de veranderdoelen van 2Do per gedragsdeterminant: attitude, sociale invloeden, eigen effectiviteit, kennis, bewustzijn / risicoperceptie en vaardigheden.

Attitude

A3 – De deelnemer wil zijn/haar eigen eetpatroon veranderen naar het gewenste eetpatroon.

B3 – De deelnemer wil zijn/haar eigen beweeggedrag veranderen naar het gewenste beweeggedrag.

C3 – De deelnemer wil, indien nodig, zijn/haar eigen slaapgedrag veranderen naar het gewenste slaapgedrag.

D3 – De deelnemer wil, indien nodig, zijn/haar eigen balans veranderen naar zijn/haar gewenste balans tussen spanning en ontspanning.

Sociale invloeden

D1 – De deelnemer is zich bewust van sociale invloeden op zijn/haar eetpatroon en probeert deze positief te beïnvloeden.

D2 – De deelnemer is zich bewust van sociale invloeden op zijn/haar beweeggedrag en probeert deze positief te beïnvloeden.

D3 – De deelnemer is zich bewust van sociale invloeden op zijn/haar slaapgedrag en probeert indien nodig deze positief te beïnvloeden.

D4 – De deelnemer is zich bewust van sociale invloeden op zijn/haar balans en probeert indien nodig deze positief te beïnvloeden.

Eigen effectiviteit

A5 – De deelnemer heeft vertrouwen in zichzelf om het gewenste eetpatroon te hanteren en te behouden.

B5 – De deelnemer heeft vertrouwen in zichzelf om het gewenste beweeggedrag te hanteren en te behouden.

C5 – De deelnemer heeft vertrouwen in zichzelf om het gewenste slaapgedrag te hanteren en te behouden.

D5 – De deelnemer heeft vertrouwen in zichzelf om het zijn/haar gewenste balans tussen spanning en ontspanning te hanteren en te behouden.

Kennis

A1 – De deelnemer beschikt over voldoende kennis om een eetpatroon volgens de richtlijnen gezonde voeding 2017 in combinatie met een adequate eiwitinname van 1,2 g/kg lichaamsgewicht te hanteren.

A2 – De deelnemer beschikt over voldoende kennis om een beweegpatroon volgens de richtlijnen beweegrichtlijnen 2019 te hanteren.

A3 – De deelnemer beschikt over voldoende kennis om een gezond slaappatroon te hanteren.

A4 – De deelnemer beschikt over voldoende kennis om een gezonde balans tussen spanning en ontspanning te hanteren.

Bewustzijn / risicoperceptie

A2 – De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen eetpatroon en ziet een aanleiding tot het veranderen van zijn/haar eetpatroon naar het gewenste eetpatroon.

B2 – De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen beweeggedrag en ziet indien nodig aanleiding tot het veranderen van zijn/haar beweeggedrag naar het gewenste beweeggedrag.

C2 – De deelnemer is zich bewust van zijn eigen slaapgedrag en ziet indien nodig aanleiding tot het veranderen van zijn slaapgedrag naar het gewenste slaapgedrag.

D2 – De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen balans tussen spanning en ontspanning en ziet indien nodig aanleiding tot het veranderen van zijn/haar balans tussen spanning en ontspanning.

Vaardigheden

A6 – De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen eetpatroon en is zich bewust van de risico’s en opbrengsten van zijn/haar huidige en het gewenste eetpatroon

B6 – De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen beweeggedrag en is zich bewust van de risico’s en opbrengsten van zijn/haar huidige en het gewenste beweeggedrag

C6 – De deelnemer is zich bewust van zijn eigen slaapgedrag en is zich bewust van de risico’s en opbrengsten van zijn huidige en het gewenste slaapgedrag

D6 – De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen balans en is zich bewust van de risico’s en opbrengsten van zijn/haar gewenste balans

Onderzoeken waarop het 2Do programma is gebaseerd